De toverdrank van koningin Isolde

 Vraag een levensgenieter naar de oorsprong van minnedranken.  Haast vanzelfsprekend zal het antwoord luiden: ‘dat moeten wijngaarden zijn’.  Niet van die gewone, keurige veldjes, waar de struiken netjes op een rijtje staan.  Daarin schuilt natuurlijk onvoldoende fantasie en toverkracht.  Nee, voor de bronnen der liefdesdranken moet je op zoek naar geheimzinnige, spelonkige berghellingen , waar donkere, magisch druiven groeien op eeuwenoude stokken. Van dat  knoestige  hout, waarop kromme tovenaars steunen en pokdalige heksen door de lucht vliegen.  Alleen dat soort gaarden levert  fruit met mysterieuze sappen. Krachten,  waaruit alchemisten hun elixers brouwen.  Misschien dat een nuchtere bier- of een geneverliefhebber, uit noordelijker streken, de herkomst eerder zal zoeken op  hop-en graanvelden.  Dat kan zijn. De associatie blijft gericht op de alcohol.  In dat koppige spul schuilt de esprit, die zelfs de vreselijkste antagonisten in elkaars armen doet vallen. De wijngeest, die schuchtere types in vuur en vlam zet. In de wereld van de opera gebeuren dit soort merkwaardige dingen. Over twee beroemde voorbeelden  gaat dit artikel.

Tristan und Isolde

Het meest bekende voorbeeld is zonder twijfel de noodlotzwangere opera images Tristan‘Tristan und Isolde’ van Richard Wagner.  Deze bijna vier uur durende tragedie is gebaseerd  op een van de  klassieke verhalen uit de wereldlitteratuur.  Hoewel de herkomst  Keltisch is,  zijn in de loop van de eeuwen uiteenlopende versies in talloze talen verschenen.  Wagner bleef dicht bij huis. Hij ontleende zijn libretto voornamelijk aan het verhalende gedicht ‘Tristan’ uit 1215 van de Duitse  middeleeuwer Gottfried von Strassburg.

Wagner  was in de jaren vijftig van de vorige eeuw in de juiste stemming om zich voor het thema van de tragische, betoverende liefde van ridder Tristan voor Isolde, de Ierse gade van koning van Marke van Cornwall te interesseren.  Dat kwam zo. In die jaren was hij zelf behoorlijk verkikkerd geraakt op Mathilde Wesendonck. Helaas was de mooie Mathilde getrouwd met de welgestelde Zwitserse koopman Otto Wesendonck. Een heerschap,  waarvan Richard in die dagen financieel behoorlijk afhankelijk was.  En dat was geen onbelangrijke bijkomstigheid voor de berekenende componist. Gefrustreerd  legde hij het werk aan de ‘Ring’ opzij en wijdde zich hartstochtelijk aan het verhaal van een onmogelijke liefde.

Tristan heeft de verloofde van Isolde Morold in een gevecht om zeep geholpen.   Je zou zo denken, die mensen hebben een appeltje met elkaar te schillen.  Dat komt nooit meer goed. Verkeerd gedacht! Enige tijd later  zoekt  Tristan onder de naam Tantris genezing in Ierland bij Isolde, die grote faam als geneeskundige geniet. Wanneer zij ondekt dat Tantris Tristan is, wil zij zich op hem wreken. Kordaat grijpt zij het zwaard. Tristan kijkt haar rustig in de ogen. Machteloos laat ze het wapen zakken en verandert in een Florence Nightingale. Netjes verpleegt ze de wond, die Morold hem heeft toegebracht.  Om iets aardigs terug te doen beveelt Tristan zijn oude oom,  koning Marke van Cornwall, de nobele Isolde aan als gemalin. Weer volgt een retourtje Ierland Cornwall.  Het doek gaat op. Tristan staat tevreden aan het roer, land is in zicht, zijn missie is praktisch tot een goed einde gebracht.  Isolde ondertussen verheugt zich niet bepaald op het huwelijk  met de oude Marke.  Als in een verpleegstersroman  is zij  hopeloos verliefd geraakt op Tristan.  Diep bedroefd vraagt zij zich af, waarom de ondankbare patiënt haar niet voor zichzelf heeft opgeëist? Voor haar hoeft het leven niet meer. Uit haar welgevulde kistje met geneeskrachtige kruiden en magische drankjes  kiest zij een gemene gifdrank.  Alvorens aan land te gaan stelt zij Tristan voor gezamenlijk een zoendrank te drinken. Hij zal met haar sterven!  Haar  vertrouwelinge Brangäne  brengt de beker met het drankje, dat door beiden geledigd wordt. Isolde verwacht te sterven.  Maar wat vreemd, de dood blijft uit!  Brangänge  is kennelijk zo (on)verstandig geweest om het gif voor een minnedrank te verwisselen.  De eerst zo gereserveerde Tristan breekt onstuimig los:  “Isolde, Geliebte!  Hab’ich dich wieder? Darf ich dich fassen? An meiner Brust! Ist es kein Traum? O Wonne der Seele, o süße, hehrste, kühnste, schönste,seligste Lust!”. In de hele ‘Ring’ vind je geen muziek, die zo geïnspireerd, zo wellustig is.

Wat jammer nou voor die koning Marke. Eindelijk een aantrekkelijke jonge vrouw en dan wordt de oude baas gelijk belazerd.  Nota bene door het neefje, dat  hem aan haar heeft gekoppeld. Zo dachten ook enkele jaloerse dienstkloppers aan het hof in Cornwall er over.  Tijdens een jachtpartij van de koning wordt het stel betrapt. Tristan raakt zwaar gewond. Doodziek trekt hij zich terug in zijn burcht Kareol. Op dit moment in de opera gaan de gedachten onwillekeurig uit naar Richard en Mathilde, clandestien de liefde bedrijvend in haar boudoir, terwijl Minna, de toenmalige echtgenote van de componist een liefdesbrief onderschept.  Wagner werd in 1858 de grond te heet  onder de voeten en week uit naar Venetië. Hij liet het natuurlijk niet op een duel aankomen. Integendeel, daar aangekomen  pende hij als een bezetene de  rest van de noten van zijn liefdesdrama op papier. Berooid als hij was, moest er snel brood op de plank komen.

In de opera  loopt het slecht met de geliefden af.  In de derde en laatste acte vervloekt Tristan  in zijn ijldromen de liefdesdrank.  Zodra hij echter verneemt, dat Isolde naar hem onderweg is raakt hij opnieuw in extase. Te laat. Hij stort neer als Isolde komt aanrennen en sterft in haar armen.  Dan volgt een van de meest fascinerende muziekstukken ooit geschreven: ‘Isolde’s  Liebestot’ “Mild und leise”.

L’elisir d ‘amoreimages L'elisir d'amore

Richard Wagner kende hoogstwaarschijnlijk de komische opera  ‘L’elisir d’amore’ van de Italiaanse bel canto componist Gaetano Donizetti.  Ook in deze opera speelt een liefdesdrank een voorname rol. Het verhaal is een stuk (k)luchtiger dan de Teutoonse pseudo-diepgraverij van de meester uit Bayreuth.  In deze amusante 2-acter gaat het om een al te schuchtere huwelijkskandidaat, die over zijn schroom moet worden heen geholpen.

Nemorino is verliefd op de rijke pachteres Adina.  Hij durft niet voor zijn liefde uit te komen. De angsthals is bang te worden afgewezen.  Op haar beurt ziet zij wel wat in de jongen, maar dan moet hij eerst wat flinker worden.  In een liefdesdrank, zoals in het absurde ridderverhaal van Tristan en Isolde, gelooft ze niet. Een meer praktische mogelijkheid om Nemorino  een levenslesje te leren doet zich alras voor.  De sergeant  Belcore is zojuist  met zijn manschappen ingekwartiert in het dorpje. Direct maakt deze potsierlijke  rokkenjager Adine het hof.  Er moet snel worden gehuwd. Met soldaten weet je immers nooit hoe lang ze ergens blijven. Wanneer Adina het aanzoek van Belcore niet categorisch afwijst, wordt Nemorino vreselijk  jaloers. Hij verzamelt al zijn moed en verklaart Adina pardoes zijn liefde. Zo snel en gemakkelijk wil ze echter niet toegeven. Nemorino druipt mistroostig af.

In de traditie van de beste comedia del ‘arte  verschijnt  nu de wonderdokter Dulcamara  op het toneel. Omstandig verklaart hij de juiste medicijn voor  alle kwalen in de aanbieding te hebben.  Nemorino  informeert timide of hij misschien ook de drank van koningin Isolde heeft. Natuurlijk kan de kwalzalver  de gevraagde elixer leveren.  Het kost de domkop weliswaar al zijn centen,  maar met een fles koppige rode Bordeaux kan Nemorino zijn geluk niet op. Even schudden en dan achter elkaar opdringen, heeft de dokter gezegd.  De volgende dag ben je een ander mens  (en ik uit de voeten!).  Met de drank in zijn lijf ziet Nemorino Adina niet meer staan. Morgen komt immers alles goed.  Adina kijkt verbaasd op, wat is hier aan de hand?   Door het onverschillige gedrag van Nemorino is zij behoorlijk gepikeerd.

Overhaast vertrek van de soldaten gooit roet in het eten.  Belcore stelt voor nog dezelfde avond het  huwelijk te voltrekken. Adina stemt aarzelend toe,  nu Nemorino niet meer in haar geïnteresseerd lijkt te zijn. Nemorino schrikt zich een ongeluk van dit bericht. In paniek rent hij opnieuw naar de wonderdokter. Misschien dat een dubbele dosis van de liefdesdrank de werking versnelt. Maar waar haalt hij het benodigde geld vandaan?.  Belcore, geïrriteerd door het getalm van Adina, wil hem wel de benodigde ‘scudi’ voorschieten, indien hij zich aanmeldt voor het regiment. Een medeminnaar minder is nooit weg. Nemorino slaat een tweede fles liefdesdrank  naar binnen.  De uitwerking lijkt wonderbaarlijk. Ineens vallen alle meisjes in het dorp voor hem. Wat zij weten, maar nog niet tot de hoofdpersonen zelf is doorgedrongen, is dat Nemorino uit een erfenis plotseling schatrijk is geworden.  Nu is het de beurt aan Adina om zich zorgen te maken.  Haastig verklaart zij haar liefde voor de jongen.

Eind goed, al goed.

Han van Tulder

Discografie:

Tristan und Isolde – Richard Wagner
Bayreuther Festspiele o.l.v. Karl Böhm
Philips 434 425-2

L’elsir d’amore – Gaetano Donizetti

L’Opéra National de Lyon o.l.v Evelino Pidò
Decca 455 691-2

 

This entry was posted in Artikelen. Bookmark the permalink. Both comments and trackbacks are currently closed.