Interviews

Bells, birds and blue notes, interview met Diderik Wagenaar

 

Een opdracht met beperkingen: een pianowerk voor de linkerhand

 

Aan het woord Diderik Wagenaar: ‘Natuurlijk is het voor iedere componist eervol om te worden uitgenodigd om voor een concours als dat van de Young Pianist Foundation het voor alle deelnemers verplichte pianowerk te mogen componeren. Toen artistiek directeur Marcel Baudet mij belde met dit verzoek heb ik aanvankelijk verrast gereageerd. Een pianostuk voor de linkerhand schrijven, dat idee was nooit eerder bij mij opgekomen. Geef mij een week de tijd om erover na te denken, had ik voorzichtig geantwoord. Oké, zei Marcel, maar beslist niet langer. Wel, zoveel bedenktijd had ik helemaal niet nodig. Binnen twintig minuten belde ik terug en aanvaardde volmondig de opdracht. Echt iets voor mij, pianist met twee linker handen! Ja, leuk, extra leuk zelfs vond ik het, want een opdracht waaraan specifieke beperkingen verbonden zijn is voor een componist een extra uitdaging. Toch de vrijheid nemen en vinden om binnen zulke grenzen iets eigens te creëren, zoals Mondriaan een rijkdom schiep met zwart, wit en louter primaire kleuren. Daar had ik wel oren naar. Marcel Baudet vertelde dat het tweejaarlijkse concours en festival van het YPF in 2015 in het teken van pianowerken voor de linkerhand staat. Dus ook het verplichte pianowerk moest een compositie worden uitsluitend voor de linkerhand. Pianistisch niet te makkelijk, maar ook niet overdreven moeilijk, geschikt voor de jeugdige pianotalenten. Bovendien niet te lang (ca 7 minuten), zo luidden de restricties.

 

Oriëntatie

 

Vanzelfsprekend ga je je eerst verdiepen in wat andere componisten van pianomuziek voor de linkerhand hebben geschreven. Na en ten gevolge van de Eerste Wereldoorlog zijn een groot aantal pianocomposities in opdracht van twee concertpianisten die het gebruik van de rechterhand hadden verloren, de Oostenrijker Paul Wittgenstein en de Tsjech Ottakar Hollman, tot stand gekomen. Het hoogst originele ‘Concert in D voor de linkerhand’ van Maurice Ravel is het enig echt bekend geworden concert in dit genre. Ravel lijkt de rechterhand er weer aan te componeren. Maar ook Prokofjev, Korngold, Hindemith, Britten en nog vele anderen schreven in opdracht van Wittgenstein pianoconcerten voor de linkerhand. Niet dat Wittgenstein altijd even gelukkig was met het geleverde product. Het vierde pianoconcert van Prokofjev vond hij onbegrijpelijk. Hij heeft het nooit willen spelen. Prokofiev heeft het concert zelf ook nooit gehoord! Anders verliep de opdrachtverlening van Hollman aan Janáček. Die liet aanvankelijk het verzoek onbeantwoord, maar werd uiteindelijk toch zozeer door de uitdaging geïnspireerd dat zijn eigenzinnige ‘Capriccio voor piano-linkshandig en kamerensemble’ alsnog uit zijn pen vloeide. Maar ook voor WOI hadden componisten zich met pianospel voor de linkerhand bezig gehouden. Bijvoorbeeld Saint-Saëns, Brahms en Alkan. Zelfs van de etudes voor twee handen van Chopin is veel te leren. De linkerhand van de etude in cis (opus 25) is bijvoorbeeld fenomenaal en nauwgezet uitgewerkt.

 

Fantoomarm

 

De eerste inval die bij me binnen kwam was een opeenvolgende reeks arpeggio’s gemodelleerd naar een sequens uit ‘Ondine’, het eerste deel van Ravels ‘Gaspard de la nuit’. Eigenlijk vind je zo’n hele-toon-reeks al bij Schubert, aan het begin van de doorwerking van het eerste deel van zijn negende symfonie. Zeer onconventioneel! Deze akkoordopvolging wordt ook gebruikt door John Coltrane in het nummer ‘Giant Steps’. Wacht, ik zal het even laten horen op mijn elektronisch keyboard. Even de illusie wekken dat er twee handen aan het werk zijn. De pianist moet daartoe zeer zorgvuldig met het pedaal omgaan en vaak snelle en grote sprongen maken over het gehele toetsenbord. Vanuit dit concept ben ik gaan improviseren. Zoeken naar de grenzen van het mogelijke. Over die grenzen durven heen gaan, variëren, afwisselen, integreren en soms bewust met een beetje lelijkheid – bij wijze van spreken – de schoonheid bevorderen.

 

Bells, birds and blue notes

 

Improviserend kwam ik uit bij een driedelige vorm, waarin in het eerste deel klokken

het uitgangspunt  zijn. De Domklokken uit mijn Utrechtse jeugdjaren. Deze worden vergezeld door vogelgezang uit Oud Amelisweerd. Vooral het gezang van de merel, de grootste melodist van alle vogels, zelfs gevarieerder dan dat van de nachtegaal.

Al in mijn kinderjaren leerde ik van een familievriend, die een goede amateurpianist was, de beginselen van de blues en de boogie woogie. Daaraan wordt gerefereerd in het tweede deel, waarin ook even ritmes van Caribische rock doorklinken. In het derde deel horen we weer klokken, maar nu zacht en van veraf. Plus de naklank van Ravels figuraties, natuurlijk.

 

De voltooiing

 

Voor mijn doen heeft het creatieve proces betrekkelijk kort geduurd. Binnen acht weken stond al een ruwe schets op papier. Ik heb Marcel Baudet gevraagd wat hij ervan vond. Hij was dadelijk enthousiast. Daarna volgde een periode van vier weken voor het nader invullen en completeren van het manuscript. De compositie is een spel geworden van klanken en beweging. Rationeel geconstrueerd, en tegelijkertijd de intuïtie volgend. Noem het een synthese van de rede en het sentiment. De toehoorder hoeft niet perse weet te hebben van de tonenreeksen die zijn toegepast om de muziek te appreciëren. Schönberg vond het ook niet altijd even prettig als bij hem in de keuken werd gekeken.

 

Jazzy en conventioneel

 

Kom mee naar onze muziekkamer boven. Ik zal het stuk voor jullie spelen. Op mijn manier, niet zo snel als die jonge pianisten dat ongetwijfeld kunnen. Mijn techniek is geen top. In zeven minuten krijg ik het zelf niet uit de vingers. In geoefende handen kan het sneller. Overigens, ik heb maar weinig tempo en dynamische aanduidingen in de partituur opgenomen. Er moet ruimte voor eigen interpretatie voor de uitvoerenden overblijven. Ik heb een inleiding voor de kandidaten gegeven. Daarbij hebben zij mij vragen over de pedaalgebruik, frasering en dergelijke gesteld. Maar het is aan hen om het stuk tot leven te brengen. Er wordt door de jury – waar ikzelf uiteraard geen deel van uit maak – een afzonderlijke prijs toegekend voor de beste interpretatie. Ik ben benieuwd naar de uitvoeringen. Ik hoop dat de pianisten plezier aan mijn creatie zullen beleven!

 

(weergave van een interview met Diderik Wagenaar, afgenomen ten huize van de componist op 29 oktober 2015 door Susanna Bosch en Han van Tulder)

 

 

 

 

Interview met John Snijders – artistiek leider van het Ives Ensemble
Lekkere sombere muziek
In gesprek met Olaf Bär