Lezingen

Zie voor lezingen in het seizoen 2017-2018 Cursusoverzicht.

Lezingenoverzicht afgelopen jaren

Onderstaande lezingen kunnen op aanvraag worden gehouden.

Americans in Germany – Germans in America
Eerst gaat het over Amerikaanse componisten uit de 2e helft van de 19e eeuw die aan Duitse conservatoria in de leer gingen: MacDowell, Chadwick, Paine, Parker e.a. Hier ter lande niet zo bekende namen. Maar in Amerika worden deze toondichters beschouwd als de wegbereiders van de echte Amerikaanse klassieke muziek. Voornoemde heren en Arthur Foote zijn de geschiedenis ingegaan als de ‘Second School of New England Composers’. Prettige, conventionele romantische muziek. Pas als Charles Ives ten tonele verschijnt ontstaan de werkelijk oorspronkelijke ‘American Classics’.
De omgekeerde beweging vindt plaats na 1933 als het nazisme het werk van de zogenoemde ‘Entartete’ Duitstalige componisten onmogelijk maakt. Hun muziek is Joods en/of te modern. Schönberg, Weill, Hindemith, Korngold, Eisler, e.a vluchten naar Amerika. Veel bekendere namen. Totaal andere, expressionistische muziek.
Een heel boeiende confrontatie van stijlen.

BOULANGERIE, Klasgenoten van Nadia Boulanger

 Het gaat deze bijeenkomst over (de muziek) van  20e-eeuwse componisten, die allen in de leer zijn geweest bij Nadia Boulanger, een Franse pedagoge. De gezusters Boulanger waren voor de muziek in de wieg gelegd. De jong gestorven Lili was de meest begaafde componiste, Nadia een excellente leermeesteres en dirigente. Haar faam als docente verspreidde zich over heel Europa en vooral in Amerika wilde praktisch geen enkele zichzelf respecterende musicus haar lessen missen. Na Aaron Copland, volgden Virgil Thomson, Walter Piston, Robert Russell Bennett, Roy Harris en na hen nog vele andere talentvolle jonge Amerikaanse componisten. Maar ook Franse, Engelse en Poolse componisten volgden haar inspirerende didactische bijeenkomsten. Voor èn ook na de Tweede Wereld Oorlog. Leonard Bernstein, bijvoorbeeld, beschouwde Nadia later als zijn beste vriendin.

Dante Alighieri
De Florentijnse dichter Dante Alighieri, die in ‘La vita nuova’ zijn liefde voor Beatrice bezingt en in ‘La Divina Commedia’ een fictieve reis onderneemt door het hiernamaals: de hel, de loutering en de hemel. Liszt componeerde een Dante symfonie, Tchaikovsky het apocalyptische symfonische gedicht ‘Francesca da Rimini en Wolf-Ferrari het wonderschone oratorium op ‘La vita nuova’

Lord Byron, ‘mad, bad and dangerous to know!’ Bij deze onaangepaste jonker begint de romantiek in de Angelsaksische literatuur. Zijn melancholieke poëzie werd in alle Europese landen verslonden. Berlioz was geheel verslingerd aan Byron’s romantiek. En velen na hem.

Emmamuel Chabrier (1841-1894)

 Deze lezing gaat over de Franse componist Emmanuel Chabrier. Volgens insiders een groter componist dan zijn veel bekendere  land-en tijdgenoten Charles Gounod en Georges Bizet. Toch wordt zijn kleine, maar fijne oeuvre weinig gespeeld. Alleen zijn orkestrapsodie ‘España’ behoort min of meer tot de ‘music of the millions’. Graag wil ik jullie nader kennis laten maken met de sprankelende muziek van deze ‘Compositeur français très original’. Ten onrechte versleten als Wagneriaan, eerder anti Duits, bovenal  vertegenwoordiger van het Franse esprit. Kenners zien in Chabrier de voorloper van het impressionisme van Debussy en Ravel en de geestelijk vader van de humor van Satie de ‘Groupe de six’. Het wordt een lichtvoetige muzikale happening met persiflages en parodie!

 Commedia del’arte

In Italië ontstaan volkstoneel in de 16e eeuw. Net als onze Jan Klaassen en Katrijn een vermaak voor jong en oud, gebaseerd op simpele verhalen met stereotype figuren. Bijvoorbeeld, Pantalone, de Venetiaanse oude vrek die eeuwig en altijd achter de jonge grietjes aanzit. Colombina, het meisje dat van zijn avances niet is gediend, want ze is verliefd op een jonge, maar meestal arme minnaar. Slimme knechten, zoals Arlequino, verzinnen listen waardoor de rijke stinkerds altijd achter het net vissen.

Sinds het ontstaan van deze kunstvorm zijn er componisten geweest die zich hebben laten inspireren door de aanstekelijke humor van deze poppenkast. We beluisteren muziek van componisten van het eerste uur     – Vecchi en Banchieri – tot en met muziek van 20eeeuwse toondichters als Stravinsky en Milhaud.

Competitions, welke compositie is (volgens de juri) de beste?

 Het thema van deze bijeenkomst is muziek gecomponeerd voor een muziekwedstrijd.  Natuurlijk is er aandacht voor de talloze cantates die Franse en Belgische componisten fabriceerden om de Prix de Rome in de wacht te slepen. Groten der aarde deden mee, lang niet altijd even succesvol. Berlioz kreeg de prijs pas bij de vierde poging. Ravel probeerde het driemaal tevergeefs en zag er toen maar helemaal van af. Er zijn veel anekdotes te vertellen. Bijvoorbeeld over de tweestrijd tussen Mozart en Clementi en de doldwaze verwikkelingen die zich voor deden rond de ‘International Columbia Gramophone Competition 1928’ (meer dan 500 componisten lieten zich uitdagen om de ‘Unvollendete’ van Schubert te voltooien). Verder: hoe Tchaikovsky met enig list en bedrog winnaar werd van de Glinka prijs en het dédain van Ives toen hem de Pulitzer prijs ten deel viel voor een symfonie die hij al meer dan veertig jaar geleden had gecomponeerd. Tot slot belanden we in de Hemel, met Gaudeamus prijswinnaar Peter Schat….

Componistenladders, van Corelli tot Glinka (ladder nr.1)

Hoe werkt een componistenladder (term ontleend aan een Radio-4 KRO-serie)? We volgen de muzikale ontwikkeling vanaf de barok tot de 20e-eeuwse toondichters. Daarvoor doorkruisen we half Europa. We beginnen elke eerste cursusbijeenkomst met een vroege componist, bijvoorbeeld Corelli, de uitvinder van het concerto grosso. Van hem wordt muziek ten gehore gebracht. Daarna komen zijn leerling(en) aan bod en horen we welke ontwikkelingen de muziek in de tijd doormaakt. Die leerlingen zijn vervolgens weer de leermeesters van een nieuwe generatie componisten. En zo eindigen we bijvoorbeeld via de Ierse componist Field in Rusland bij Glinka en in de tweede bijeenkomst via het ‘Machtige hoopje’ naar de eigentijdse Russische klassieke muziek van o.m. Shostakovitch en Gubadulina.Bij de derde bijeenkomst starten we het traject bij Heinrich Schütz (16e-17e eeuw), reizen via Händel onder begeleiding van prachtige klanken van Londen naar Wenen. Zelfs Dada, de Roaring Twenties, en muziek uit Theresiënstadt, komen later voorbij. En hoe verrassend dat de Italiaanse vioolvirtuoos Veracini (18e eeuw) via Tartini’s Duivelstrillersonate naar onze Johannes Verhulst leidt! Hij vormt het bruggenhoofd naar Nederlandse componisten. Namen als Wagenaar, Vermeulen en Pijper komen tot leven. Om te eindigen in de huidige tijd met onder anderen Willem Jeths. Geen atonale stukken, maar smullen van goeddeels vergeten en toch alleszins aanhoorbare toonkunst van vaderlandse bodem.Nog een voorbeeld: De priester-componist Padre Martini voert ons naar Mozart en via de Tsjech Reicha komen we uit bij Boulez. Per twee ladders eindigen we dus steeds in de moderne tijd. Zo krijgt u op een oorspronkelijke manier inzicht in de geschiedenis van de klassieke muziek. Meesterverteller Han van Tulder houdt regelmatig voordrachten en schrijft programmaboekjes voor concerten. De cursus is geschikt voor zowel connaisseurs als minder doorgewinterde liefhebbers van klassieke muziek.

COMPONISTENLADDER 2: VAN BALAKIREV EN HET MACHTIGE HOOPJE TOT EIGENTIJDSE RUSSISCHE COMPONISTEN

 Dit is na de eerste componistenladder ‘van Veracini tot Glinka’  de tweede componistenladder. Ditmaal een Russisch programma.

 We volgen de ontwikkelingen van de Russische klassieke muziek van halverwege de 19e tot en met 21e  eeuw.  We pakken de leraar/leerling/leraar-draad op daar waar we de vorige bijeenkomst zijn gebleven. De laatste componist van wie we muziek beluisterden was de vader van de Russische opera, Mikhail Glinka. Nu beginnen we bij diens leerling, Mili Balakirev, de aanvoerder van het zo genoemde ‘Machtige hoopje’. De lezing beperkt zich  tot componisten die zijn opgeleid door leraren verbonden aan het St. Petersburgse Conservatorium. Vrees niet dat dat een ernstige tekortkoming is. De restrictie – nodig alleen al van wege de mer à boire –  betekent gewoon dat een soortgelijke ladder, uitgaande van de alumni van het Moskous conservatorium, waaronder grootheden als Tchaikovsky, Rachmaninov en Schnittke, een andere keer aan de beurt kunnen komen.

Componistenladder 3 Van Schütz tot Boheemse Moravische klassieken

Net als de beide vorige bijeenkomsten volgen we de stijlontwikkelingen in de muziekgeschiedenis van leermeester naar leerling.

Ditmaal begint het verhaal omstreeks 1600 als de Duitse componist Heinrich Schütz terugkeert naar Dresden met inspiratie, opgedaan in het Venetië van Giovanni Gabrieli.

Aan zijn leerlingen geeft hij de principes van de meerkorigheid en de concertate stijl door. Omstreeks 1700 komt het spoor uit bij de jonge Georg Friedrich Händel. In Rome snuift hij de nieuwste muzikale ontwikkelingen op: cantates en opera. En bepakt met die bagage arriveert hij in 1720 in London. Tegen de tijd dat men in Londen is uitgekeken op het fenomeen opera seria introduceert Niccolo Porpora rond 1750 het genre in Wenen. Haydn staat er voor open. Uit de sinfonia waarmee de opera’s als regel beginnen ontstaat vooral door zijn toedoen de klassieke vierdelige symfonie. De Weense klassieke school trekt componisten uit Bohemen en Moravië aan. Daar eindigt de ladder drie….

 Componistenrladder 4 ‘Vom Böhmen Hain und Flur’

De vorige bijeenkomst eindigde met muziek van vroeg romantische Boheemse en Moravische componisten. De ladder wordt voortgezet bij Smetana, vader van op eigen cultureel erfgoed gebaseerde Tsjechische klassieke muziek. Vier generaties componisten passeren deze ochtend de revue. Nationalisten in navolging van Smetana, leerlingen van het Praags conservatorium, Internationalisten: Dada, Roaring twenties en de groep geïnterneerden in Theresiënstadt en tot slot de 20e-eeuwse modernisten. Een boeiende vertoning!

Componistenladder 5 – Van Veracini tot Verhulst

Komende dinsdagochtend 9 februari start om 10 uur in de Populierenlaan de vijfde componistenladder van dit seizoen. Ditmaal begint het verhaal bij Francesco Maria Veracini, een Italiaanse vioolvirtuoos uit begin 18-eeeuw. Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de legendarische Italiaanse violistenschool. Sleutelfiguur is de componist Giuseppe Tartini, van wie we natuurlijk de befaamde ‘Duivelstrillersonate’ zullen beluisteren. Een van zijn vele  leerlingen was Johann Gottlieb Graun, een Duitse componist die tezamen met zijn broer Carl Heinrich de overgang van barok naar de galante stijl en de empfindsamkeit inluidde. Via, via voert de ladder vervolgens naar Antonio Salieri, een Italiaan (onterecht als de moordenaar van Mozart gebrandmerkt) die op zijn oude dag aan een hele serie klassieke componisten in Wenen les gaf. We beluisteren zes variaties op de bekende wals van Diabelli, alle gecomponeerd door een Salieri leerling. Ra, ra, ra, wie componeerde welke variatie? Een aardige luisteroefening. De laatste trede bereiken we deze ochtend in Leipzig, waar Felix Mendelssohn Bartholdy niet alleen het Gewandhausorchester aanvoert, maar ook het conservatorium op een hoog niveau brengt. Onder de studenten treffen we o.m. de Nederlander Johannes. Verhulst.

Componistenladder 6 VOX Neerlandica

 De zesde componistenladder is gewijd aan Nederlandse muziek gecomponeerd tussen 1875 en heden. Ruim honderd jaar Hollandse toonkunst. Leidraad:  ‘Nederlandse muziek in de 20-ste eeuw’ van Leo Samama en ‘Het honderd componistenboek’ onder redactie van Pay-Uun en Jolande van der Klis. De lezing begint bij nationalistisch getinte muziek uit de beginperiode, gebaseerd op vaderlandse volkswijzen. Geen klompendans van Dopper, wel bijvoorbeeld de Baron Hop Suite van Alexander Voormolen. De invloed van de Duitse romantiek en het Franse impressionisme klinkt door in werken van Bernard Zweers en Johan Wagenaar. Zij waren de leermeesters van een reeks 20-ste-eeuwse nieuwlichters zoals Matthijs Vermeulen, Hendrik Andriessen, Willem Pijper, Jan van Gilze en Leo Smit. Dan volgt een beknopt overzicht van de naoorlogse generatie componisten: onder meer Lex van Delden, Rudolf Escher en Ton de Leeuw. De ladder eindigt bij hedendaagse componisten onder wie de jong gestorven Tristan Keuris en Willem Jeths. Natuurlijk heb ik bij de selectie van de composities  mijn voorkeur voor toegankelijke muziek laten gelden. Dus geen onnavolgbare atonale stukken en ook geen hemelbestormende bombarie van lieden als Peter Schat en Louis Andriessen. Het wordt ditmaal dus dus smullen van goeddeels vergeten maar alleszins aanhoorbare toonkunst van vaderlandse bodem.

Componistenladder 7 Van Perti tot Reicha

 De presentatie start bij een nagenoeg totaal vergeten Italiaanse componist, Giacomo Antonio Perti. Deze componist leefde van 1661 tot 1756, in de tijd van de barok dus. Zijn betekenis voor de muziekgeschiedenis is meer gelegen in zijn pedagogische verdiensten dan in zijn compositorische nalatenschap. Een van zijn leerlingen was Giovanni Baptista Martini, beter bekend als Padre Martini. Deze buitengewoon erudiete en innemende priester uit Bologna heeft vele jonge musici met raad en daad op hun toekomstige componistenpad begeleid. En onder zijn leerlingen waren beslist niet de minsten, bijvoorbeeld de 14-jarige W.A. Mozart. Met Mozart zijn we dan in Wenen aangeland.  Daar komen we ook Ludwig van Beethoven tegen. Hoewel van Beethoven bepaald niet uitblonk in lesnemen, laat staan in het lesgeven, vormt hij wel het scharnierpunt tussen het classicisme en de romantiek. Een jeugdvriendje van hem uit Bonn, de Bohemer Anton Reicha  (of Rejcha), voert ons vervolgens naar Parijs, waar inmiddels de Franse revolutie is uitgewoed en Les Concerts Spirituel  een nieuwe impuls krijgen. De rode draad in de lezing is de invloed van de Italiaanse stijl op de ontwikkeling van de muziek van barok, rococo, de Weense klassieken tot aan de vroegromantiek.

Componistenladder 8 VIVE LA FRANCE: van Berlioz tot Boulez

 De leraar/leerlingdraad wordt opgepakt bij Anton Reicha, de Tsjech die zich in Parijs gevestigd heeft. Deze Reicha was een groot pedagoog. Behoudens Berlioz en Liszt heeft hij les gegeven aan een praktisch alle belangrijke Franse componisten uit de romantiek. Hoewel het Franse muziekleven in de 19e eeuw in hoge mate werd bepaald door opera en ballet, werd ook kleinschaliger  gemusiceerd in de salons van adel en welgestelde bourgeoisie. Het estafettestokje wordt na 1850 overgenomen door leerling/leermeester César Franck. Deze organist/componist/docent is het voornaamste bruggenhoofd tussen (laat)romantiek en de 20e -eeuwse muziekstromingen, uitgezonderd het impressionisme van Debussy, Ravel en Dukas. Om componistenladdertechnische reden wordt aan deze stroming deze ochtend voorbij gegaan. Wel aandacht voor  neoclassisme,  expressionisme, surrealisme en futurisme. Via Vincent d’Indy, Eric Satie  en Albert Roussel arriveren we bij de ‘Groupe de six’ en aansluitend bij de 20e-eeuwse modernisten, onder wie Olivier Messiaen, Edgard Varèse en Pierre Boulez.

Diaspora Een lezing over de Joodse kunstmuziek. In grote lijnen wordt de verspreiding van het Joodse volk gevolgd. Centraal staat de vraag: ‘wat is Joodse muziek’? Door de eeuwen heen zijn de Joden ‘verstrooid’ geraakt door Noord Afrika, het nabije Oosten en heel Europa, en later zijn zij ook naar tal van andere plekken op de wereld uitgewaaierd. Door die verspreiding hebben invloeden vanuit heel verschillende culturen zich vermengd met de oorspronkelijke – overigens nauwelijks traceerbare – muziek uit de Palestijnse herkomstgebieden. Zo zijn Arabisch/Ottomaanse en Byzantijnse en Spaanse karakteristieken te horen in de muziek van de Sefardische Joden, die leefden in de landen rondom de Middellandse Zee. Slavische melodieën hebben de Joodse muziek van de Ashkenazi in midden en vooral Oost-Europa getoonzet. Natuurlijk is het onmogelijk om aan al die facetten in een dagdeel afdoende recht te doen. Er worden keuzes gemaakt. Geen Joodsgeoriënteerde muziek van niet-Joodse componisten (dus bijv. geen ‘Kol Nidrei’ van Bruch. Geen muziek van Joodse componisten die niet specifiek Joods is (dus geen Mendelssohn of Mahler). Niet teveel religieus en niet veel klezmer. Hoofdzakelijk klassieke muziek, maar ook Jiddisch cabaret en operette.

Dichters van de Gouden Eeuw
Het programma beoogt een indruk te geven van het Hollandse muziekleven in de Gouden Eeuw. Teksten van beroemde dichters als Vondel, Hooft en Bredero staan centraal. Maar ook mindere goden komen aan bod. Daarnaast muziek van Sweelinck, Verrijt, Van Eyck, Huygens, Hacquart en de Fesch. U krijgt niet alleen 17e-eeuwse  klanken voorgeschoteld, dat zou saai worden. Er worden ook muzikale uitstapjes gemaakt naar het nationalistisch getinte erfgoed uit de negentiende en begin twintigste eeuw. En tot slot heb ik nog een puzzelrapsodie in petto van Hollandse kinderliedjes. Ra, ra, ra, welke liedjes herkent u?

Dostojevski, Russisch auteur uit de 19e eeuw.  Zijn romans waren voer voor pychologen. Tobbers als Mahler en Bartók hadden altijd wel een boek van hem op het nachtkastje liggen. Het euvel van de gokverslaving inspireerde Tchiakovsky en Prokofiev.  Het leven in een strafkamp was bron voor Janaceks laatste opera ‘Uit een dodenhuis’. Een ‘Oompjes droom’ werd door Hans Krása op muziek gezet. Shostakovich vond in ‘Demonen’  teksten die precies zijn afkeer van het sovjet socialisme verwoorden.

Drakula

We beginnen met (film)muziek, geïnspireerd door de griezelroman van Bram Stoker over  Vlad Dracula, de duivelse vorst die in de 15e eeuw de opmars van het Ottomaanse Rijk tot staan wist te brengen. Het Kronos Quartet bezorgt ons gelijk koude rillingen. Veel over de historie van de Roemeense muziek van vóór 1800 valt niet te vertellen. Er is weinig of niets bewaard gebleven. Alleen een beetje religieuze muziek uit de Roemeense Orthodoxie. De rest van de lezing zal gewijd zijn aan klassieke vocale- en instrumentale muziek uit de 19e , en de eerste helft van de 20e eeuw. De folklore, zowel Roemeens als Hongaars, is veelal de bron. Het communistische bewind van na WO II heeft ervoor gezorgd, dat er nagenoeg niets oorspronkelijks op kunstgebied is voortgebracht. De strijkkwartetten van Sabin Pautza, docent aan het conservatorium van Cluj-Napoca, zijn één van de weinige eigentijdse muzikale kunstuitingen die op cd verschenen zijn.

 Erasmus

Deze lezing gaat over de muziek uit de periode 1450-1550.  Erasmus was zelf geen musicus, maar hij  had over de muziek uit zijn tijd wel uitgesproken meningen. Muziek behoorde z.i. de geest te verheffen en ten dienste te staan van het woord. De polyfonie van componisten als Dufay, Ockeghem, Josquin Desprez, Obrecht e.a. vond hij veel te gekunsteld. De verstaanbare muziek van de reformatie sprak hem meer aan.  Een interessant en gevarieerd tijdsbeeld van de muziek in de renaissance.

Exodus

Deze muzieklezing heeft het Bijbelverhaal Exodus als onderwerp. Heel erg stichtelijk wordt het niet. De componisten die zich door deze fameuze vertelling over de uittocht van het volk van Israël uit Egypte en de wederwaardigheden op weg naar het beloofde land hebben zich laten inspireren door tamelijk wereldse zaken zoals de tien plagen, de doortocht door de Rode Zee, de verdrinking van het leger van de Farao, de honger in de woestijn en de aanbidding van het gouden kalf bij de berg Sinaï. De muziek is van alle tijden: barok, klassiek, romantisch en expressionistisch.

Fabels (in samenwerking met Alda Mesker)

Een fabelachtig programma van declamatie van  en muziek op teksten van o.m. Aesopus en Jean de la Fontaine.

Faust
Het verhaal van de man die zijn ziel aan de duivel verpand in ruil voor het eeuwige leven heeft schrijvers en componisten van alle tijden geïnspireerd.

Franse toneelschrijvers: Molière, Racine en Corneille. De teksten van hun blijspelen en tragediën vonden gretig aftrek bij Franse componisten zoals Charpentier, Lully, Rameau en Massenet. Het kan best zijn dat bij het selecteren van de muziekfragmenten het accent van de cause

Das Geistliche Konzert

 In het reformatorische Duitsland in de 17e eeuw, geteisterd en verarmd door de Dertigjarige Oorlog, werden niet alleen koralen gekweeld en godsvruchtig gepsalmodieerd. Gelukkig werden ter verheffing van het kerkvolk ook zogenoemde ‘Geistliche Konzerten’ uitgevoerd. Korte kunstzinnige vocale muziekwerken, doorontwikkeld vanuit het Italiaans motet, meest op religieuze teksten en als regel in de volkstaal of in het kerklatijn berijmd. Heinrich Schütz en tijdgenoten excelleerden in dit bijzondere genre. Vele componisten, vooral in noord en midden Duitsland volgden hun voorbeelden. Ten tijde van Dietrich Buxtehude evolueerde het ‘Geistliche Konzert’ tot de 18e–eeuwse cantate, een veel bekender kunstvorm die we o.m. van J.S. Bach kennen. Wordt deze lezing uitsluitend een stichtelijke happening?  Nee, natuurlijk! De meeste vertegenwoordigers van het ‘Geistliche Konzert’ componeerden ook profane muziek. Instrumentale suites, balletten e.d., dikwijls gebaseerd op gesublimeerde dansen, wisselen de vocale werken af. Kortom: veel fraais om van te genieten.

Genesis I Het scheppingsverhaal tot en met de zondenval
In zijn grote oratorium ‘Die Schöpfung’ verklankt Franz Joseph Haydn op bijzonder  beeldende wijze hoe God de wereld in zes dagen schiep. De chaos die daaraan vooraf ging klinkt bizar in een Ouverture van de Franse componist François Rebel.  Als gevolg van een henelse strijd om de macht, waarin Lucifer het onderspit delft, wordt de mens uit het paradijs verdreven.  Een duivelse slang verlijdt Eva te eten van de boom van  de kennis van goed en kwaad. Prachtige stof voor muzikale expressie van de zondenval en de hoop op verlossing der erfzonden…

Genesis II De moord van Caïn op Abel; de zondvloed en de ark van Noach
F
ragmenten uit ‘Il primo omicido’ van Alessandro Scarlatti. Scarlatii was niet de enige componist die dit verhaal over jaloezie een spannend en dramatisch onderwerp vond. Bernardo Pasquini en Giacomo Carissimi gingen hem vooraf en Johann Heinrich Rolle volgde. Na de pauze wordt de zondvloed en de ark van Noach muzikaal belicht.  Michelangelo Falvetti, Gaetano Donizetti, Camille Saint-Saëns, Benjamin Britten en Igor Stravinsky lieten zich o.m. inspireren.

Johann Wolfgang Goethe – De Dichter

De geschriften van de Duitse dichter/prozaïst/dramaturg Johann Wolfgang von Goethe vormen de rode draad van de lezing. Het gaat in het bijzonder over het ontstaan van de ‘Sturm und Drang’ beweging, de psychologie van de Bildungsroman en het politieke engagement van de verlichting. Ik laat  instrumentale stukken, onder meer een feestmars van Liszt en de ouverture ‘Egmont’ van van Beethoven horen, vocale werken van Schubert, Brahms, Wagner en Wolf. Een heel gevarieerd programma.

Johann Wolfgang Goethe – De Toneelschrijver

Deze lezing is gewijd aan de toneelwerken van Goethe.

Gogol, absurdist avant la lettre. Gogols vermakelijke vertellingen, waarin alles en iedereen in het 19e eeuwse Rusland op de hak wordt genomen, zijn inspiriratie geweest voor fantastische (sprookjes) opera’s van Mussorgsky en Rimsky-Korsakov. Shostakovich componeerde een dolkomische opera op het verhaal van de hofraad die zijn neus plotseling kwijt is en Shchedrin verklankte het dwaze verhaal van de “de dode zielen’.

Goldberg

 Een muzikale vertelling over een Pools/Pruisische klavecinist/componist die roem vergaarde dankzij dertig veranderingen op een ‘Aria’, gecomponeerd door zijn ‘Godfather’ Johann Sebastian Bach. In het programma komen aan de orde: de Goldberg-variaties in diverse uitvoeringen, muziek van Johann Gottlieb Goldberg zelf en muziek van tijdgenoten (o.m. WF Bach, Hasse, Graun, Quantz, Pisendel, Friedrich II van Pruisen).Voorbeelden van de heersende muziekstijlen uit de periode 1700-1760: Barok, Empfindsamkeit en Galante stijl worden ten gehore gebracht.

 Het geheel wordt verluchtigd met de nodige roddels en achterklap, opgetekend door (nep)musicoloog Bert Natter in zijn roman ‘Goldberg’, en voorgedragen door uw inleider,

Carlo Goldoni, 18e-eeuwse schrijver van comedies. Oude bok lust wel een groen blaadje, vrekkige oude heren die jonggeliefden het leven zuur maken, etc., etc.  Bij de toneelstukken van Goldoni is het altijd lachen geblazen. En dat geldt ook voor het genre van de opera bufo, dat in die pruiketijd ontstaat. Bekende componisten  (o.m. Haydn en Rossini) en nagenoeg vergeten componisten (zoals Galuppi en Paisielo) hebben verrukkelijke bel canto geschreven. Maar ook 20e eeuwse toondichters als Wolf Ferrari, Martinu en Malipiero hebben zich aan de teksten van deze Italiaanse comedia dell’arte verlustigd. Een leuk programma!

Heinrich Heine, romantische Duitse dichter uit de eerste helft van de 19e eeuw. Heine vermengde de bekoorlijkheden en gevoelsrijkdom van de romantiek met scepsis en ironie. Van hem is de onheilvoorspellende uitspraak: “Daar, waar men boeken verbrandt, verbrandt men uiteindelijk ook mensen.” Zijn teksten zijn getoonzet door onder meer Franz Schubert, Franz Liszt en Johannes Brahms.

Homerus: Ilias, een epos over wrok en wraak uit de tijd van de Trojaanse oorlog. Krachtpatsers als Achilles, Agamemnon, Priamus en Hector staan elkaar naar het leven, terwijl de aanstichters van alle ellende, Paris en Helena, zich liever afzijdig afzijdig houden. De Goden kunnen het niet nalaten zich met de aardse twisten in te laten. Eeuwenlang inspiratiebron voor componisten van vocale én instrumentale muziek.

Homerus: Odyssee, het avontuurlijke vervolg op de Ilias. De geniale bedenker van het paard van Troje aanvaardt de terugreis naar zijn vaderland. Zijn omzwervingen, daarbij blootgesteld aan affreuze gevaren en magische verlokkingen, zullen niet minder dan twintig jaar voortduren. Op basis van dit Griekse epos componeerde Claudio Monteverdi al in 1641 de opera ‘Il ritorno d’Ulissee in patria’. Vele componisten zouden zich nadien door de lotgevallen van Odyssee, Pénélope en Telemachus laten inspireren.

Hommages Eerbetoon van componisten aan componisten
Het onderwerp wordt thematisch behandeld. Naar soort hommage: muziekstukken in de stijl van…, op de letters van de naam van de componist…, verromantiseerde klassieke noten, ware metamorfoses, en zo meer. En ook geordend naar de gelegenheid die de aanleiding vormde voor het componeren van de betreffende hommage: bijvoorbeeld de herdenking van het zoveelste geboorte-/sterftejaar, muziek bij de steenlegging bij het graf of de onthulling van een monument ter nagedachtenis. Tot slot een quiz ‘`a la manière de…

Victor Hugo, zeer productief Frans auteur van poëzie, romans en toneelstukken. Zijn sociale engagement inspireerde Giuseppe Verdi tot de creatie van een van zijn meest aangrijpende operafiguren, de vermaledijde hofnar ‘Rigoletto’. Verwacht geen musicalmuziek uit ‘Les misérables, wel symfonische gedichten, liederen en ballades; alles gebaseerd op de geschriften van deze door Napoleón III verbannen leider van de romantische Franse literatuur.

Iberia Exotiek

Onder deze titel wordt Spaanse muziek gecomponeerd door niet-Spaanse componisten gepresenteerd en toegelicht. Het gevarieerde programma laat horen hoe veelzijdig de Spaanse (volks)muziek als bron voor klassieke muziek is. Geen Europees cultuurgebied heeft zoveel vreemdelingen (o.m. Franse, Russische, Duitse, Italiaanse en zelfs Nederlandse toondichters) geïnspireerd tot exotische klankjuwelen. Natuurlijk, de Boléro van Ravel zal niet ontbreken. Maar er is zoveel meer!  Met de ouverture tot Carmen van Bizet wordt de lezing in stijl afgesloten.

Juvenalia

 Muziek van jong gestorven componisten. We beluisteren juvenalia van negentien toondichter, waaronder bekende, maar vooral ook veel onbekende toondichters. De meeste componisten, die besproken worden, werden niet ouder dan zo’n 25 jaar. Dus geen Mozart of Schubert.  Wellicht hadden een of meer van deze onfortuinlijke ‘wonderkinderen’ ook tot de groten der aarde kunnen behoren, indien hen meer tijd van leven ware vergund. Ziektes, ongevallen en moorddadigheden stonden dat helaas in de weg…. In ieder geval veel interessante  composities van ontijdig gestorven componisten. Beslist de moeite waard om kennis van te nemen.

King Arthur. Hoewel historici betwijfelen of deze mythische koning uit de vroege middeleeuwen ooit in werkelijkheid heeft bestaan, hebben de Arthur-legenden door de eeuwen heen talloze auteurs, toneelschrijvers, componisten, filmmakers en andere beeldende kunstenaars stof opgeleverd voor artistieke creaties. Geen wonder want zulke smeuïge thema’s als heroïek en loyaliteit, magie, macht, liefde en overspel, jaloezie en vergelding, en, niet te vergeten, de graalverering, zijn altijd inspiratiebron voor kunstzinnige geesten geweest. In het programma bespreek ik muziek gebaseerd op King Arthur en zijn entourage, gecomponeerd door onder meer Henry Purcell, Edward Elgar, Benjamin Britten, Ernest Chausson, Isaac Albéniz en Willem Pijper.

De leeuw van Vlaanderen Na de bloeiperiode in de 15e en 16e eeuw van de Franco/Vlaamse polyfonie volgt een lange periode gevolgd waarin op muziekgebied weinig opvallends van onze zuiderburen wordt vernomen. Pas na de afsplitsing van België van Nederland in 1830 ontstaat een herleving van het Vlaamse muzikale bewustzijn. Grote initiatiefnemer is Peter Benoit. In zijn kielzog ontdekken Vlaamse componisten als Lodewijk Mortelmans, Jan Blockx, Augustus de Boeck en zo vele anderen kunstzinnige inspiratie in het eigen (historische) erfgoed. Deze zo genoemde ‘Vlaamse beweging’ is een nationalistische stroming met sociale en pedagogische idealen. Daarin speelt de behoefte aan gelijkgerechtigheid van de Nederlandse taal ten opzichte van het dominante Frans een belangrijke rol.

Magnificat. Dit programma analyseert strofe voor strofe de lofzang van Maria op de Heer, zoals die voor het eerst in 1723 en later in 1730 door Johanna Sebastian Bach werd getoonzet. Ter vergelijking met de gangbare versie van Bach (BWV 243) worden interpretaties van de succesievelijke tekstregels door verschillende tijdgenoten (o.m. Vivaldi, Telemann, Kuhnau) ten gehoren gebracht. Zeldzaam indringende ervaring.

Maeterlinck en de Symbolisten. In het schimmige toneelstuk ‘Pelléas et Mélisande’ vond Debussy het ideale libretto om zijn ambities te realiseren om een niet Wagneriaanse en niet bel canto-achtige nummeropera te componeren. Het onderwerp van de onmogelijke liefde inspireerde ook Fauré, Schönberg, Sibelius e.a. Teksten van Franse symbolisten als Baudelaire, Mallarmé en Verlaine werden verklankt door de impressionistische componisten…

Le Mariage de Figaro Niet alleen Mozart, maar ook Rossini werd geïnspireerd door de toneelstukken van Beaumarchais. De gevestigde orde wordt flink op de hak genomen.

Matthäus-Passion Er valt over dit magistrale oratorium van Johann Sebastian Bach enorm veel te vertellen. Diens ontroerende verklanking van het lijdensverhaal van Christus heeft zich niet voor niets hecht verankerd in de traditie van muziekliefhebbend Nederland. Tot op de dag van vandaag! Hoe is dit fenomeen te verklaren, de ontkerkelijking en secularisatie  van de laatste decennia ten spijt? In de lezing wordt aandacht besteed aan de structuur van het werk, aan uitvoeringen in heden en verleden en aan vergelijkingen met passies van tijdgenoten van J.S.Bach.

Metastasio. Italiaans librettist uit de pruikentijd. Meer dan 1000 opera’s en oratoria werden door verschillende componisten op zijn teksten gecomponeerd. Het is de bloeitijd van de oopera seria en het castratendom.

A Midsummer Night’s Dream, Mendelssohn-Bartholdy’s toneelmuziek, met verbindende teksten.

Friedrich Nietzsche
Deze muzieklezing gaat over muziek gecomponeerd door (ja echt) en geïnspireerd door geschriften en op teksten van de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche. Behalve werk van Nietzsche laat ik stukken horen van Richard Wagner, Richard Strauss, Gustav Mahler, Frederick Delius en Alphons Diepenbrock.

Oidipus, klassiek drama van Sophocles. Ik heb ooit op de middelbare school een rolletje in een uitvoering gespeeld. In een vertaling van Jan Engelman. Ken de tekst van de betreffende rei nog uit mijn hoofd.

Orlando furioso, epos van Ludovico Ariosto (1474-1533), geldt als hoogtepunt van de renaissanceliteratuur. De foute liefde tussen de niet zo kuise kruisridder Rolando en de evenmin al te maagdelijke toverkol Alcina heeft veel stof opgeleverd voor smeuïge muziekdrama’s.

Orpheus, de mythologische figuur die met zijn gezang – begeleid op de zoete tonen van zijn lier – de boosaardige instincten van wilde dieren en mensen temde.

Ossian , verzinsel van de Schotse dichter MacPherson, dat tal van bekende en minder bekende componisten uit de romantiek geïnspireerd heeft

Othello. De Moor van Shakespeare inspireerde niet alleen Giuseppe Verdi tot zijn beroemde (voorlaatste) opera, ook Gioachino Rossini schreef een Dramma musicale, gebaseerd op ‘il moro di Venezia’. Maar er is nog meer, luister maar…

Ovidius Metamorfosen. Beeldende verhalen van de Romeins dichter Publius Ovidius Naso, ontstaan ten tijde van het begin van de jaartelling. Steeds is er sprake van een (wonderbaarlijke) verandering. Bijzonder leuk programma, dat wordt afgesloten met een kleine quiz, gebaseerd op de Metamorfosen van Benjamin Britten.

Out of Africa

 Het onderwerp van deze muzieklezing  is klassieke muziek van Afrikaanse componisten en klassieke muziek van Europese componisten gebaseerd op Afrikaanse thema’s. Een apart programma!

 Passiemuziek Acht eeuwen geschiedenis van de passiemuziek. Van renaissance tot en met het heden. Responsoriale passie, motettenpassie, passie-oratorium en oratorium-passie, kruiswegstaties, e.a. vormen van beleving van het lijdensverhaal van Jezus Christus. Een prachtig overzicht met tal van muzikale illustraties. Ook een vergelijking van de Mengelberg praktijk met de opvatting van Koopman c.s.

Francesco Petrarca, Italiaans dichter en geleerde uit de 14e eeuw, legde de grondslagen voor het moderne humanisme. Zijn geschriften worden beschouwd als de eerste literaire producten van de renaissance. Zijn poëzie had eeuwenlang grote invloed op componisten van madrigalen, canzoni, piano- en orkestwerken (bijvoorbeeld Franz Liszt).

Edgar Allen Poe, de uitvinder van het griezelgenre in de literatuur. Dwangneurosen, vervolgingswaan, huiveringwekkende suspense: voer voor spannende symfonische gedichten, opera(probeersels) en klassiek geworden filmmuziek.

Alexander Pushkin, romantisch schrijver van onder meer poëtische verhalen zoals Jevgeny Onegin, Schoppenvrouw, Mazeppa, Aleko en dichter van talloze verzen die vooral Russische componisten tot het toonzetten van zijn gedachtegoed hebben bewogen.

Don Quichotte, Spaans edelman, creatie van Cervantes, zachtmoedig en goedertieren van karakter. Ziet het als zijn roeping om onrechtvaardigheid en kwaad de wereld uit te helpen.

Romeo en Julia, vijandige families torpederen nobele liefde, geliefd Shakespeare drama zowel in operahuis als in concertzaal.

Roaring Twenties
De jaren twintig van de vorige eeuw verliepen zowel economisch als cultureel buitengewoon voorspoedig. Alles kon, niets was te gek. De beurscrash van 1929 op Wallstreet maakte een abrupt einde aan het grenzeloze positivisme. Jazz en populaire dansmuziek uit Music Halls, waaide als stuifmeel over de oceaan naar Europa. In deze crazy years inspireerden de nieuwe klanken en harmonieën klassieke componisten tot het creëren van menig vrolijke, soms doldwaze noot. Over deze aanstekelijke muziek gaat deze muzieklezing.

Saul en David
De problematische relatie tussen de (manisch) depressieve koning Saul en de schier onoverwinnelijke koning David biedt stof genoeg voor een interessante muzieklezing. Er zijn schitterende opera’s en oratoria over dit onderwerp gecomponeerd, onder meer door Purcell, Charpentier, Handel, Nielsen en Honneger. Barok, eigenzinnige romantiek en 20e-eeuws expressionisme. Maar er is meer, bijvoorbeeld een intrigerend symfonisch gedicht van Johan Wagenaar, in 1906 geschreven bij gelegenheid van de viering van Rembrandts 300e geboortejaar. En er zijn als tussendoortjes beeldende klaviersonates van Kuhnau, gebaseerd op Bijbelse gebeurtenissen. En – verrassend – zelfs twee liederen van Mussorgsky over koning Saul op teksten van Lord Byron.

Scandinavia
Onder deze titel breng ik een programma gewijd aan muziek uit de Noordse landen.  De rode draad van de causerie ontspringt, zoals gebruikelijk, uit literaire bronnen. Allereerst kennen de Scandinavische landen een oeroude traditie van volksvertellingen, zoals de Saga, de Kalevala en de Edda. Mysterieuze epi die menig componist tot het scheppen van klankbeelden hebben geïnspireerd. De blijspelen van de zeventiende-eeuwse geleerde Holberg, de sprookjes van de negentiende-eeuwse Deense schrijver Andersen en de preken van de stichtelijke antifilosoof  Kierkegaard hebben ook de nodige muzikale sporen nagelaten. De belangrijkste Scandinavische auteur is buiten kijf August Strindberg. Diverse componisten hebben op zijn versen en bij zijn toneelsukken muziek geschreven. Al met al een heel gevarieerd programma!

Friedrich von Schiller, de Dichter
Friedrich von Schiller, de Toneelschrijver

Er is zoveel muziek geschreven op teksten van deze Duitse dichter, filosoof, geschiedschrijver en toneelschrijver, dat twee hele programma’s te nauwernood volstaat is om enigszins recht te doen aan al het fraais dat Schiller’s gedachtengoed muzikaal te weeg heeft gebracht. Natuurlijk klinkt Ludwig van Beethovens ‘Ode an die Freude’, natuurlijk luisteren we naar de opera’s van Verdi gebaseerd op de  geschiedkundige en politieke drama’s van Schiller. Maar er is zoveel meer.

Sprookjes van Andersen, Grimm en anderen
Een sprookje is een literair genre in de vorm van een meestal tamelijk kort en over het algemeen episch verteld volksverhaal. Tal van componisten, met name in de tijd van de romantiek hebben zich door deze sprookjesverhalen laten inspireren. Bekende en minder bekende vertellingen komen muzikaal aan bod, en ook typische sprookjesfiguren zoals heksen, reuzen, dwergen, elfen en feeën passeren de revue.

Stabat mater
Sedert de middeleeuwen is de klaagzang van Maria aan het kruis van haar zoon bron van inspiratie van toondichters geweest.  Interpretaties van bekende en onbekende componisten uit middeleeuwen, renaissance, barok, klassieke stijl, romantiek en de twintigste eeuw worden in het tijdsperpectief geplaatst. Daarbij wordt de tekst strofe voor strofe gevolgd. Een heel ontroerende ervaring!

Leo Tolstoj, Russisch schrijver van psychologisch realistische romans, zoals ‘Oorlog en vrede’ (op muziek gezet door Sergej Prokofiev) en Anna Karenina. Tolstoj idealiseerde het eenvoudige leven volgens de grondslagen van de natuur. Hij moraliseerde er duchtig op los. Beroemd is zijn korte novelle de ‘Kreutzer Sonate’ geworden, een werk dat verbanden heeft met composities van Ludwig van Beethoven en Leos Janácek.

Venus, onsterfelijke godin (in samenwerking met Marijke Recourt)
Venus, godin van de liefde, de schoonheid, de vruchtbaarheid, de verleiding in persoon, bekoorlijk maar ook fataal. Een lezing met én beelden én muziek. Thema’s: Wie was Venus?  Haar geboorte. Venus in de antieke oudheid, Venus de verleidelijke, Venus in de mythen, Venus en Tannhäuser, de eigentijdse Venus.

Vergilius
De Romeinse dichter Publius Vergilius Maro Vergilius is o.m. de auteur van het prachtige heldendicht van en over Aeneas, de stichter van Rome. Berlioz, Cavalli, Jomelli, Purcell en nog vele andere componisten hebben muziek gecomponeerd op dit historische (en geromantiseerde) epos.

De vrouwelijke noot
Een overzicht van composities van vrouwelijke componisten, beginnend in de 12e eeuw met werk van de Duitse priores Hildegard von Bingen en besluitend met hedendaagse muziek van de Russin Sofia Gubaidulina. 23 composities van 23 verschillende dames, waaronder ook enkele Nederlandse, door de tijd heen.

Der Wanderer

In de ‘Winterreise’ van Franz Schubert is de ik-figuur ‘Der Wanderer’, een weinig benijdenswaardige tobber, die een blauwtje heeft gelopen. In de kou gezet door zijn lief ploetert hij tevergeefs  op zoek naar een onbereikbaar geluk. Het verleden, dat wat ooit zo goed was, is buiten zicht geraakt. De toekomst is ongewis, zijn spoor is een doodspoor…

Op speurtocht naar muziek, geïnspireerd op dit romantische onderwerp, heb ik  ontdekt dat de Wandrer of Wanderer, een metafoor is, dat staat voor heel verschillende omstandigheden en denkbeelden. Bijvoorbeeld in Goethe’s ‘Wandrers Nachtlied I en II, is het gissen of de dichter zijn verlangen naar de dood of zijn hang naar geborgenheid bij zijn geliefde beschrijft. Het zijn poëtische parels die menig componist tot notenschrijven heeft bewogen. In Siegfried is Wotan de Wanderer tot een betreurenswaardige figuur geworden, onmachtig zijn macht over godenrijk op hemel en aarde te hervinden. De ontspoorde Wanderder is een eenzame, dolende mens. De wandelaar, zoals afgebeeld in het schilderij van Casper Friedrich, met de rug naar de toeschouwer gekeerd, kijkt vanaf een rotspunt uit naar een nevelen gehuld berglandschap.

Schubert baseert zijn mooiste pianosonate ‘Der Wanderer Phantasie’ op een lied dat hij kort tevoren toonzette op tekst van Georg Philipp Schmidt: ‘Ich komme vom Gebirge her’. Trouwens, Schubert is dé topcomponist van deze lezing.

Niet alles is kommer en kwel. Er is ook een vrolijke wandelaar, een losbol, een vagebond of een dartel beekje dat onbezorgd de berg af ‘wandert’.

Waternimfen en sirenes, een lezing met en over muziek gewijd aan vrouwelijke waterwezens. Voor de pauze gaat het over waternimfen en zeemeerminnen. De dames worden verliefd op aardse mannen, bij voorkeur van adellijk vlees en bloed. Helaas zijn de schatjes gedoemd om te sterven zodra de heren hen om uiteenlopende redenen ontrouw worden. Deze ‘Alte Geschichte’ over het verlangen naar het onbereikbare heeft vooral in de romantiek  componisten van opera’s, symfonische gedichten en liederen geïnspireerd. Na de pauze gaat het over sirenes. Geen claxons of eerste maandag van de maand geloei, maar mystieke evocaties van verleidelijke dames, waarvan mannen als regel het slachtoffer worden. Veel symboliek!

Weer en muziek

In het Britse tijdschrift ‘Weather’ – een periodiek van de ‘Royal Meteorological Society’- verscheen een artikel gewijd aan ‘meteorological phenomena in western classical orchestral music’. Het artikel bevat o.m. een lijst met vijftig composities waarin weersverschijnselen worden verklankt. Voor mij was deze lijst een uitdaging om op zoek te gaan naar nog meer van dergelijke composities. Sorteren op kenmerken zoals wind, regen, wolken, sneeuw etc., etc., leverde nog eens zo’n honderd orkestrale en kamermuzikale werken op. Uit dit materiaal is een gevarieerd programma van twintig muziekstukken uit verleden en heden samengesteld, geordend naar de seizoenen.

Weihnachtsoratorium
Het kerstverhaal, in 1734/5 door Johann Sebastian Bach gevat in zes afzonderlijke delen, vormt als het ware de stam en takken van de presentatie. Composities voor de kerst van voorgangers, tijdgenoten en navolgers zijn de versiering van de boom.  Aldoende is een gevarieerd programma uit vier honderd jaren kerstmuziek samengesteld.

Wijn en muziek (Brindisi)

De benadering van het onderwerp is associatief. Welke gedachten roept de combinatie van wijn en muziek op? Natuurlijk feest, champagne! Maar ook het omgekeerde: je verdriet of frustratie verdrinken. Tegenover een lofzang op de nobele wijn, het melk van moeder aarde, zal ook dronkenmansgelal klinken en bijgevolg slaperigheid na een al te royaal verkeren in gezelschap van Bacchus. Denk ook aan wijn als elixer, als toverdrank, die bijvoorbeeld de harten van Tristan en Isolde  op hol doen slaan. En zo meer. Al deze thema’s komen in de presentatie aan de orde.

Zonden van de oude dag

 Zo noemde de Italiaanse operacomponist Gioachino Rossini de muziekjes die hij fabriceerde, nadat hij – welgesteld en de nieuwlichterijen van Wagner c.s. zat – pontificaal met pensioen was gegaan.

 Onder deze titel gaat de lezing over muziek gecomponeerd door 80-jarige en nog oudere componisten. Oneerbiedig zou je kunnen zeggen: ‘knekelmuziek’. Veel creativiteit verwacht je niet van senioren op hoge leeftijd. Toch is niets minder waar. Beluister de zwanenzang van de stokoude Heinrich Schütz: ‘Das Teutsche Magnificat’ in de eigen landstaal uit 1671.  Of neem bijvoorbeeld de opera Falstaff, die de bejaarde Giuseppe Verdi in 1893 produceerde. Geen routineus voortborduren op de belcantotriomfen van La traviata, Il trovatore  en Rigoletto. De eigenzinnige Verdi verraste met ongekend moderne, aan de ontwikkeling van het genre richtinggevende muziek.

Meer dan twintig zeer afwisselende stukken heb ik verzameld voor deze tegenhanger van het eerder gepresenteerde programma ‘Juvinalia’. Graag wil ik aantonen dat het beter past om te spreken van doorleefde klanken van door en door gerijpte musici.

 Zwarte Piet op de klassieke toer Muziek van componisten met een donkere huidskleur.
Al in de pruikentijd schreef Joseph Boulogne, le Chevalier de Saint-Georges voor eigen gebruik aantrekkelijke vioolconcertjes. Hij werd de ‘Zwarte Mozart’ genoemd. Ooit van deze destijds vermaarde musicus gehoord? Of van Samuel Coleridge-Taylor, schepper van de Hiawatha opera? Vermoedelijk niet. De inspiratie voor deze lezing is deels ontleend aan het aardige boek ‘Waarom elf Antillianen knielden voor het hart van Chopin’ van Jan Brokken. In dat boek met CD vertelt de auteur hoe van oorsprong Poolse mazurka’s, polka’s en walsen via West-Europa in de Caraïbische muziekwereld terecht gekomen zijn/ Al met al een luchtig programma met aanstekelijke afro, latin en jazzy accenten.